Gegeven de voorafkans dat PTH fragmenten kruisreageren in de 2e generatie methode heeft het laboratorium extensief onderzoek uitgevoerd.
In een algemene methodevergelijking (n=282) wordt een methodeverschil gezien (panel A).
PTH Siemens = PTH Fujirebio *2.49 -0.4
Wanneer geselecteerd wordt op nefrologie patienten wordt dezelfde vergelijkbaarheid gezien (n=98, panel B).
PTH Siemens = PTH Fujirebio *2.46 -0.3
Wanneer geselecteerd wordt op nefrologie patienten wordt dezelfde vergelijkbaarheid gezien (n=183, panel C).
PTH Siemens = PTH Fujirebio *2.50 -0.4
Diepte onderzoek wijst uit dat ook bij niet nefrologie patiënten, maar met een kreatinine >200 uM, dezelfde vergelijkbaarheid wordt gezien.
Gegeven het gevonden methodeverschil is conform de IFCC aanbevelingen een referentie interval studie uitgevoerd. Hiervoor werden niet-nefrologie patientmonsters gebruikt waarbij 25(OH)vitamine D >30 nM, en waarbij calcium niet afwijkend was.
Het referentie interval werd vastgesteld op 1.6 – 13.7 pM.
Met de verandering van methodiek worden geen aanpassingen gedaan aan de frequentie, het tarief en de materiaalcondities.
Bij vragen kunt u contact opnemen met Dr. Sjoerd van den Berg van laboratorium Endocrinologie.