Harttransplantatie

Wat is deze operatie?

Een harttransplantatie wordt uitgevoerd bij patiënten met ernstig hartfalen, waarvoor geen andere opties meer zijn. Hierbij wordt het gezonde hart van een overleden persoon gehaald en bij de patiënt geplaatst in plaats van het falende hart. 

Hoe gaan we te werk?

Het borstbeen wordt geopend om toegang te krijgen tot de borstkas. De bloedcirculatie wordt overgenomen door de hart-long machine. Het hart van de patiënt wordt verwijderd en het nieuwe hart wordt in de borstkas gezet. Daarna neemt het nieuwe hart de bloedcirculatie opnieuw over en wordt het borstbeen weer gesloten.

Wat is het doel?

Een harttransplantatie is een blijvende oplossing voor hartfalen. Veel patiënten hebben al eerder, voor de transplantatie, een steunhart (LVAD) gekregen. Deze heeft veel nadelen en is meestal tijdelijk. De patiënt kan zijn/haar hele leven met het getransplanteerde hart verder doen. 

Tijdens de operatie

Voorbeelden van complicaties van een operatie zijn infectie, bloedingen, trombose en nierfunctiestoornissen. Specifieke complicaties tijdens hartoperaties zijn: bloedingen, een beroerte, een hartaanval of hartritmestoornissen. Vaak zijn de complicaties van voorbijgaande aard.

Kort na de operatie

Specifieke complicaties die ontstaan kort na hartoperaties zijn: hersenschade of een beroerte, verwardheid (delier), long- of blaasontstekingen of hartritmestoornissen. Er kan ook bijvoorbeeld een nabloeding of vocht rond het hart zijn waarvoor de chirurg u opnieuw moet opereren. Een getransplanteerd hart kan ook afgestoten worden door het lichaam

Thuis

Enkele voorbeelden van (late) complicaties zijn: wondinfecties, infectie van het nieuwe hart, niet goed genezend borstbeen, vochtophoging rond het hart (tamponade) en hartritmestoornissen. Ook later kan er nog afstoting van het hart optreden.

De resultaten van een geslaagde harttransplantatie zijn doorgaans uitstekend, omdat de patiënt geen hartfalen meer heeft.Met het nieuwe hart is hij/zij in staat zijn dagelijkse dingen opnieuw te doen en inspanningen te leveren zoals een ander. Om de functie van het hart  op te volgen zullen we tijdens de opname verschillende parameters, zoals hartslag en bloeddruk, nauwlettend in de gaten houden en zullen er nog onderzoeken gebeuren zoals echografie van het hart. 

Wanneer neemt u contact op?

Indien klachten zoals hartkloppingen of kortademigheid ontstaan, in rust of toenemend bij inspanning. Bij koorts, zeker in combinatie met het ophoesten van slijm of pijnklachten. Bij pijnklachten en etter ter hoogte van het borstbeen.

Contact

Neem contact op met de afdeling cardiologie of cardiothoracale chirurgie.

• 

  Dr. J.A. Bekkers

  Cardio-thoracaal chirurg

• 

  Drs. P.L. de Jong

  Cardio-thoracaal congenitaal chirurg

• 

  Dr. Y.J.H.J. Taverne

  Cardio-thoracaal congenitaal chirurg

• 

  Drs. W.J. van Leeuwen

  Cardio-thoracaal congenitaal chirurg

• 

  Drs. P.C. van de Woestijne

  Cardio-thoracaal congenitaal chirurg

• 

  Drs. F.R.N. van Schaagen

  Cardio-thoracaal chirurg

• 

  Dr. F.B.S. Oei

  Cardio-thoracaal chirurg