Over deze behandeling
Wat we gaan doen
Wat is het?
Tijdens deze behandeling is uw kind onder narcose. Via een bloedvat in de lies brengen we een hartkatheter aan in de binnenkant van het hart van uw kind. We zoeken het stukje hartweefsel op waar de hartritmestoornis veroorzaakt wordt en brengen daar een littekentje op aan zodat daar geen geleiding meer kan plaatsvinden. Dit doen we door het stukje weefsel te verhitten met radio frequente energie (RF-ablatie) of door het te bevriezen (cryoablatie).
Hoe gaan we te werk?
Uw kind komt op de dag van de ingreep naar het ziekenhuis. U hoort vooraf van de verpleegkundig consulent kindercardiologie hoe laat en welke datum uw kind op het Kinderthoraxcentrum moet zijn. De verpleegkundig consulent vertelt u vanaf wanneer uw kind niet meer mag eten en drinken voor de ingreep.
Als uw kind aan de beurt is gaan u en uw kind met de verpleegkundige naar de katheterisatiekamer. Hier ziet u veel apparatuur en een onderzoekstafel. De artsen en verpleegkundigen dragen speciale pakken, een muts en een mondmasker.
De anesthesioloog brengt uw kind onder anesthesie (narcose). Anesthesie is nodig omdat het belangrijk is dat uw kind helemaal stilligt tijdens deze ingreep. Eén ouder mag bij uw kind blijven totdat het slaapt. U krijgt hiervoor een speciaal schort aan over de kleding, een muts op en slofjes over de schoenen.
Uw kind krijgt monitorstickers opgeplakt, en een plakker op vinger of teen voor de zuurstofmeting. Om de bovenarm krijgt uw kind een bloeddrukband. Als uw kind in slaap is, vraagt de anesthesioloog u de katheterisatiekamer te verlaten. U wordt door een verpleegkundige terug gebracht naar de verpleegafdeling. De kinderinterventiecardioloog begint nu samen met de electrofysioloog met de hartkatheterisatie met ablatie.
Wat is het doel?
Door het veroorzaken van een wondje en het ontstaan van littekenweefsel op het stukje hartweefsel dat de ritmestoornis veroorzaakt, willen we ervoor zorgen dat deze ritmestoornis niet meer kan voorkomen bij uw kind.
Voorbereiding
Voorafgaand aan de behandeling
Om u voor te bereiden op de komende hartkatheterisatie met ablatie krijgt u thuis de informatiefolder Jij krijgt een ablatie en de inloggegevens van de app kindercardiologie toegestuurd. Daarna krijgt u een uitnodiging voor het pre-operatieve spreekuur van de verpleegkundig consulent kindercardiologie. Het pre-operatieve spreekuur van de verpleegkundig consulent kindercardiologie is er om te zorgen dat voor de hartkatheterisatie met ablatie alles duidelijk is voor ouders en kind. U spreekt de kinder interventie cardioloog, de kinder anesthesioloog en de verpleegkundig consulent kindercardiologie. Onderzoeken die nog nodig zijn, doen we ook tijdens dit spreekuur. U krijgt een rondleiding over de afdeling Kinderthoraxcentrum en uw kind krijgt de Tikkiering.
Een gastvrouw begeleidt u en uw kind naar de verschillende gesprekken en onderzoeken.
Bijwerkingen & complicaties
Tijdens de behandeling
De interventie kindercardioloog bespreekt de mogelijke bijwerkingen, risico’s en complicaties met u op het pre-operatieve spreekuur.
Op de verpleegafdeling
In de meeste gevallen mag uw kind na de hartkatheterisatie met ablatie weer snel eten en drinken. Als dit goed gaat wordt het infuus afgekoppeld, het infuusnaaldje blijft nog zitten tot de volgende dag. Soms is het nodig dat uw kind tijdelijk bloed verdunnende medicijnen krijgt. Na de hartkatheterisatie doen we een strak verband om het aanprikgaatje in de lies, voor een goed herstel. Ook heeft uw kind een aantal uren bedrust, zodat het wondje in de lies goed kan genezen. Een verpleegkundige controleert regelmatig het wondje in de lies, de doorbloeding van de benen en het infuus. Uw kind wordt aangesloten aan de monitor om het hartritme na de ingreep te kunnen bewaken.
Na de behandeling (in het ziekenhuis/thuis)
In de meeste gevallen mag uw kind de volgende dag na het maken van een echo van het hart en electrocardiogram (ECG) weer naar huis. Het herstel gaat thuis door. De eerste dagen na de ingreep voelt uw kind zich mogelijk nog wat slap of snel vermoeid. Dit is een nawerking van de narcose. U hoeft zich hier geen zorgen over te maken. Uw kind heeft misschien nog pijn bij het aanprikpunt in de lies. Als uw kind een bloeduitstorting in de lies heeft, veroorzaakt dit soms ook pijn. U mag uw kind hier paracetamol (volgens de bijsluiter) voor geven.
We hebben de katheter in een groot bloedvat in de lies ingebracht en doorgevoerd naar het hart. Hier is een wondje ontstaan dat moet genezen. Zowel de huid als het bloedvat moeten genezen. Er komt een korstje op de wond. Laat dit vooral zitten, dit beschermt de wond. Het valt er vanzelf af wanneer de wond genezen is. Soms lekt de wond vocht na. In dat geval mag u de wond verbinden met een pleister of een gaasje.
Het is belangrijk dat er de eerste dagen niet te veel druk op de wond komt te staan. Veel beweging en druk op de lies is niet goed voor de genezing. Het kan voorkomen dat de wond gaat nabloeden. Druk het bloedvat boven het aanprikpunt dan vijf tot tien minuten af. Als het bloeden is gestopt doet u er een pleister of gaasje op. Blijf de wond wel regelmatig in de gaten houden. Uw kind moet gedurende zes weken na de ingreep een medicijn innemen om stolselvorming op het wondje in het hart te voorkomen. U krijgt daarvoor een recept van de afdelingsarts.
Resultaat
Uw interventie kindercardioloog bespreekt het resultaat van de hartkatheterisatie met ablatie met u.
Wanneer neemt u contact op?
U krijgt een ontslaggesprek met de interventie kindercardioloog en een ontslaggesprek met de verpleegkundig consulent kindercardiologie. U krijgt een formulier mee met adviezen na de hartkatheterisatie en belangrijke telefoonnummers. U krijgt te horen wanneer u contact op moet nemen met de verpleegkundig consulent kindercardiologie. De verpleegkundig consulenten kindercardiologie zijn voor u en uw kind een vast aanspreekpunt tijdens de behandeling door de kindercardiologen. Zij geven voorlichting rondom operaties en ingrepen. Natuurlijk vervangen zij niet de gesprekken met de artsen en verpleegkundigen. Zij zijn een aanvulling daarop. De begeleiding van de verpleegkundig consulenten kindercardiologie is er voor in het ziekenhuis, op de polikliniek maar ook voor de thuissituatie.
Bereikbaarheid
De verpleegkundig consulenten kindercardiologie zijn telefonisch bereikbaar op werkdagen tussen 8.00 en 16.00 uur via 06 248 513 57, via e-mail of via de BeterDichtbij app.
Met wie heeft u te maken?
- Dr. I.M. van Beynum