Sluiten van de kaakspleet

Wat is het?

Wanneer we de kaakspleetsluiting kunnen uitvoeren, is afhankelijk van de ontwikkeling van het gebit van uw kind. We maken daarom eerst rontgenfoto’s, zodat we het gebit van uw kind goed in kaart kunnen brengen. Dit doen we rond het negende levensjaar. Daarna wordt uw kind voorbehandeld door een orthodontist. Uw kind is dan tussen de acht en twaalf jaar oud.

We maken de kaakspleet dicht met een bottransplantaat. Tijdens de operatie plaatsen we een stukje bot (uit de kin of bekkenkam) in de kaakspleet. Hiermee maken we het kaakbot compleet, waardoor het mogelijk is de voortanden recht te zetten met behulp van orthodontie. Als het nodig is sluiten we tijdens deze operatie ook het harde gehemelte van uw kind, als dat nog gedeeltelijk of helemaal open is.

Hoe gaan we te werk?

De mond-, kaak-, en aangezichtschirurg (MKA-chirurg) voert de operatie uit. Tijdens de ingreep transplanteren we bot naar de kaakspleet. Als het nodig is sluiten we tegelijkertijd het harde gehemelte.Het bottransplantaat maken we meestal van bot uit de bekkenkam en soms uit de kinregio. We gebruiken geen kunstbot tijdens de operatie, dat doen we momenteel alleen in onderzoeksverband.

Meer informatie over de operatie leest u in de patiëntfolder Sluiten kaakspleet en harde gehemelte.

Wat is het doel?

Het doel van het sluiten van de kaakspleet is:

• Het compleet maken van de kaak. Een complete kaak maakt het voor de orthodontist mogelijk om de voortanden recht te zetten met een beugel.
• Zorgen dat de blijvende zijsnijtand en/of hoektand goed kan wisselen.
• Het sluiten van de open verbinding naar de neus.

Voor de operatie moet uw kind waarschijnlijk een tijdje een beugel dragen. De orthodontist bepaalt of een vaste beugel (slotjes) van de bovenkaak voldoende is, of dat een losse ‘verbredingsbeugel’ nodig is voordat uw kind slotjes krijgt. Uw kind komt altijd naar het Erasmus MC Sophia voor het plaatsen van de beugel en de controles, dat kan niet bij een orthodontist bij u in de buurt. Het is daarnaast heel erg belangrijk dat uw kind goed poetst.

Tijdens de behandeling

Geen enkele operatie is zonder risico. Tijdens de kaakspleetsluiting kunnen er complicaties optreden, zoals een bloeding. Omdat er geen grote bloedvaten lopen in het operatiegebied zijn de bloedingen nooit levensbedreigend. Wanneer we bot uit de bekkenkam weghalen, kan er een huidzenuw van het bovenbeen opgerekt worden. Dit zorgt voor een (tijdelijk) dof gevoel van een deel van het bovenbeen.

Op de verpleegafdeling

Na de operatie kan de operatiewond nalekken en kan er bloed uit de neus komen. Uw kind kan ook rood speeksel hebben, dat is normaal. Soms ontstaat een nabloeding, dat kan over het algemeen geen kwaad. Het kan voorkomen dat we een extra hechting moeten plaatsen om het bloeden te stoppen. Uw kind kan na de operatie pijnklachten hebben. Uw kind krijgt naast de gebruikelijke pijnstillers een pijnpomp die hij/zij zelf kan bedienen.

Na de behandeling (in het ziekenhuis/thuis)

Weer thuis kan uw kind last hebben van de volgende bijwerkingen of complicaties:

• Een infectie.
• Opengaan van de wond waardoor een fistel (open verbinding van mond naar neus) ontstaat. Meestal hebben kinderen hier weinig last van en is een her-operatie niet nodig.
• Zwelling van de bovenlip en wang, welke normaal gesproken na twee dagen langzaam afneemt.
• Verlies van bot. Indien dit te veel is kan een her-operatie nodig zijn.

U en uw kind komen één week na de operatie langs op de polikliniek voor controle. Wij controleren op dat moment of de wond goed genezen is. Na vijf weken komt u nog een keer op controle. Tijdens die controle maken we een rontgenfoto. Op de röntgenfoto kunnen we zien of het bottransplantaat goed aanslaat en geneest. Op de lange termijn zullen de hoek- en of snijtanden van uw kind doorbreken in het aangebrachte bot en kan de orthodontist de tanden verder rechtzetten met een beugelbehandeling.

Wanneer neemt u contact op?

U neemt contact op met de polikliniek MKA-chirurgie als:

• Uw kind ziek wordt.
• Uw kind koorts heeft van 38.5 graden of meer.
• De zwelling na twee dagen toeneemt.

Meer uitleg over de voorzorgsmaatregelen na de operatie leest u in de patiëntfolder Sluiten kaakspleet en harde gehemelte.

U kunt overdag bellen met de verpleegkundig specialist op 06 139 012 23 (bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag) of een e-mail. U kunt overdag ook bellen met de verpleegafdeling waar uw kind opgenomen heeft gelegen: medium care kinderchirurgie 1 Noord, (010) 703 67 05. Na 17.00 uur of in het weekend kunt u contact opnemen met de telefoniste via (010) 704 0 704 en vragen naar de dienstdoende assistent MKA-chirurgie.